Interview Maria Cuijpers

Maria CuijpersOp de Facebook-pagina voor Docenten NT1 las ik het bericht van Maria Cuijpers over het verbeteren van spreekvaardigheid bij NT1-cursisten en hoe de leerders dit zelf ervaren en oppakken. Het bericht trok meteen mijn aandacht, mede door de verhelderende illustratie die één van de cursisten samen met Maria had gemaakt. Dit alles maakte mij benieuwd naar haar ervaringen met het oefenen van spreekvaardigheid.
Het eerste dele van dit artikel bevat het interview met Maria Cuijpers. Daarna volgen twee interviews met cursisten door Maria Cuijpers. Tot slot tref je de links aan naar materialen en methodes uit het interview.


Maria, hoe ben je in het NT1-onderwijs terechtgekomen? Waar en met wie werk je?
In de negentiger jaren ben ik na een eenjarige opleiding voor docent Volwassenen Educatie gestart met het begeleiden van NT1'ers. Na een tijdje in het buitenland te hebben gewerkt, heb ik langere tijd lesgegeven aan NT2-cursisten. Nu werk ik bij Biblioplus. Biblioplus werkt in de regio’s Maasduinen en het Land van Cuijk. Ik begeleid de vrijwilligers en coördineer de inhoudelijke kant van de lessen die zij geven met betrekking tot taal, rekenen en het oefenen met bijvoorbeeld mobieltjes. Daarnaast geef ik taalles aan NT1’ers van de lesgroep Begrijp je taal. De lesgroep is mede mogelijk gemaakt door subsidie van de Provincie Limburg. Er zijn ook taalscholen in ons werkgebied, maar die hebben nog geen groepen met NT1’ers, omdat ze starten met minimaal 8 deelnemers. Wij werken ook al met kleinere groepen en bieden non-formeel onderwijs. We zien dit als een opstap naar de formele taalles.

Welke aspecten in het NT1-onderwijs gaan je het meest aan het hart?
Het allerbelangrijkst vind ik het laaggeletterde mensen - die op school niet (voldoende) hebben leren lezen en rekenen - een tweede kans te bieden. Ook hun gebrek aan spreekvaardigheid en luistervaardigheid raakt mij. Deze zijn zo belangrijk om goed te kunnen functioneren; sociaal gezien en in de maatschappij. Laaggeletterden hebben vaak emotionele deuken opgelopen, dan is het fijn hen te zien groeien. Door de aandacht, de complimenten en de successen die zij behalen, krijgen zij weer zelfvertrouwen. Van 'dat kan ik allemaal niet' naar 'doen'.

Groep Maria

Waar lopen volgens jou de cursisten het meest tegenaan als het gaat om spreekvaardigheid?
De cursisten gebruiken vaak zinnetjes als 'ik ben niet zo'n prater, ik pak liever aan!’, ‘Oh, … laat maar…’ of ‘ik regel het wel…, komt goed.’ Waarbij je het gevoel hebt dat dingen toch niet duidelijk zijn. Die uitspraken zijn voor mij dan altijd signalen van het mogelijk achterliggende probleem: een gebrekkige woordenschat en daardoor niet in staat zijn gedachten te ordenen en te uiten. En het werkt ook andersom: we bespreken iets, of de cursist moet iets regelen en denkt daarvan dat ie het heeft begrepen. Dat blijkt dan toch niet zo te zijn. De beperking in taal speelt altijd een rol. Ieder heeft een eigen manier om daarmee om te gaan. Vaak herkent men het niet eens bij zichzelf dat men zaken niet goed begrijpt of verwoordt. Bij veel talige informatie wordt hun houding al snel ‘laat maar’, ‘ik zoek het zelf wel uit’.

Welke werkvormen hanteer je en welke werken het meest effectief voor jouw cursisten op het gebied van spreekvaardigheid?
Laaggeletterden lijken (vaak) conceptuele denkers te zijn. Wanneer ik dat herken, ga ik in mijn les aan hen uit van ‘beelden’. We praten samen over hoe iemand een beeld in zijn hoofd kan hebben en hoe moeilijk dat in woorden uit te drukken is. ‘Een beeld bestaat wel uit 1000 woorden!’ Ik vraag een cursist: 'Wat zie je in je hoofd? Vertel het zo, dat ik het ook kan zien en begrijpen.' Dan maken we met de beschrijvingen een woordweb.

woordweb

Van hieruit gaan we dan kijken: Wat is het begin, wat is het middenstuk en wat is het eind van wat je wilt vertellen? Eén van mijn cursisten durft en kan nu dankzij deze handvatten een verhaal vertellen, waarbij de andere deelnemers geboeid blijven luisteren. Een andere cursist is minder begaafd en heeft het hoofddoel 'leren spreken in zinnen'. Wij oefenen aan de hand van kaartjes met eenvoudige woorden. De deelnemer heeft eerst geoefend met doe-woorden en standaardzinnetjes. Nu spreekt deze leerder zinnetjes mét een doe-woord.

Spreekvaardigheid en luistervaardigheid zie ik niet los van elkaar. Om beide te oefenen kijken we bijvoorbeeld naar het Jeugdjournaal, dat we tussendoor stopzetten om in gedeeltes te bepraten. Algemeen kijken we dan naar 'waarover gaat het'. Dat weten de mensen meestal wel. Maar als we op de inhoud ingaan, houdt het voor de langzame leerders al gauw op: er wordt te snel gepraat op tv… Wat de cursisten ook heel leuk vinden om over te spreken zijn 'levensverhalen' of ze vertellen voor wie zij veel bewondering hebben. Op de afbeelding wordt met behulp van een woordweb het verhaal opgebouwd over het thema 'sneeuw'. Opmerking: Als mensen altijd dialect spreken, wordt het Nederlands niet (makkelijk) een vertrouwde taal.

Welke materialen gebruik je om de spreekvaardigheid te verbeteren? Waar vind jij/zoek jij nieuwe oefenstof?
We hebben een abonnement op Anders Lezen en werken met Netnieuws. We bedenken thema's en zoeken daarvoor soms op internet. De snelle leerder kan zelfstandig werken met Via Vooraf. - De inhoud is wel afgestemd op jeugdigen. Verder gebruik ik de oefenbladen van Feuerstein of andere werkbladen voor denkvaardigheden. De Feuerstein-methode wordt in Nederland met name gebruikt voor mensen met een verstandelijke beperking, maar ze helpen ook laaggeletterden beter (na) te denken en op die manier dingen te verwoorden en de woordenschat te vergroten. Hierdoor kan een ander hun beter gaan begrijpen. Voor uitleg over hoe een conceptueel denker leert is het boekje Haal meer uit je dyslexie een aanrader en ook de podcast op de website Dynamika.nl.

Heb je tot slot een concreet voorbeeld van een leersituatie die andere NT1-docenten kan inspireren/helpen?
Wanneer we een cursist ruim voldoende tijd geven om woorden in zijn hoofd te vinden, zodat hij een beeld - zelf- kan verwoorden, voelt hij zich gerespecteerd en groeit het zelfvertrouwen. Hierbij wordt de taal geoefend op het niveau waarop dit het meest effect heeft. Ik verwonder mij er vaker over hoe het kan dat een cursist in onze lesgroepen zoveel leert. Ik denk dan ‘Wat heeft men op school niet gezien tijdens zijn kinderjaren?' Ik ervaar dat ieder altijd kan leren en verder kan komen! Cursisten vinden het fijn om bezig te zijn met werkbladen met –voor hun gevoel speelse- cognitieve oefeningen; daarbij verwoorden ze hoe en waarom ze iets op een bepaalde manier doen. Eenvoudige cognitieve oefeningen stimuleren het denken, spreken en leren. Voor dit interview heb ik twee cursisten kort geïnterviewd over hun ervaringen in de les. Dat gaf mij meer inzicht in hun beleving. Ik ga vaker het interview inzetten als evaluatiemoment.
Maria, heb je nog iets dat je hier kwijt wilt? Deze quote van een cursist: 'Ze hebben mij op school niet leren nadenken.'

En deze conclusie zie ik als een oproep/opdracht aan ons allemaal, want 'denken, leren en spreken zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.' Maria, dankjewel voor je tijd en dat je jouw ideeën over denken, spreken, luisteren met ons wilde delen!

Groep Maria Cuijpers

De twee interviews met de deelnemers die als doel hebben het spreken te verbeteren.

Inleiding op het interview met de cursisten.
Deze vragen zijn voor een nieuwsbrief. Veel NT1-docenten lezen die nieuwsbrief. Zij vinden de informatie belangrijk. Docenten leren in de nieuwsbrief nieuwe manieren om NT1-cursisten te begeleiden. Zo krijgen ze nieuwe ideeën (en inspiratie).


De antwoorden van de cursisten
Cursist 1:
Lager beroepsonderwijs afgerond. Werkzaam als technicus. Geniet van de natuur. Behoefte om gedachten te ordenen, zodat ze duidelijk kunnen worden verwoord.

Vind je het belangrijk om het spreken te oefenen? Waarom?
Ja. Om bij een ander duidelijk over te kunnen komen.
Geef een situatie waarin het spreken moeilijk is of was.
Als ik me niet prettig voel bij iemand. Als die niet serieus luister of snel oordeelt.
Is het nu anders?
Ik let er nu op en probeer het.
Ik denk na of de ander kan begrijpen wat ik zeg.
Het begin is moeilijk.
Hoe oefenen jij het spreken hier?
We maken een woordweb.
Dan verzin ik begin, midden en einde.
Daarna vertel ik.
Welke manier van oefenen helpt goed voor jou?
Ik leer dat ik eerst moet nadenken hoe ik iets vertel. Er moet een structuur zijn.
Als je praat komt er meer bij kijken dan ik altijd dacht.
Wat in de manier van oefenen vind je leuk en waarom?
Het gaat goed zo.
Wat is niet zo leuk?
Het begin van een verhaal bedenken is nog moeilijk.
Heb je een tip voor de docenten over beter leren spreken?
Altijd duidelijk zijn als je een opdracht geeft. Geef eerst een voorbeeld. Bijvoorbeeld toen we de eerste keer een woordweb moesten maken.
Wat was jouw doel in het begin toen je naar de les kwam?
Ik wil beter spreken zodat anderen mij beter kunnen begrijpen. ‘Bij sommige mensen zeg ik niet veel, omdat ze me toch niet begrijpen’.

Cursist 2:
ZMLK-onderwijs gevolgd. Handig met de smartphone. Concrete denker. Behoefte om meer in zinnen te praten.

Vind je het belangrijk om het spreken te oefenen? Waarom?
Ja. Zodat ik beter uit kan leggen en mensen mij beter begrijpen.
Geef een situatie waarin je het spreken moeilijk is of was.
Als ik soms iets zeg zeggen anderen dat ze me niet begrijpen. Bijvoorbeeld de oudere mensen waar ik werk. Soms zeggen ze dat ik niet duidelijk praat.
Is het nu anders?
Ik merk dat ik nu als ik iets zou vertellen ik beter praat.
Hoe oefen jij het spreken hier?
We oefenen met kaartjes.
Ik moet altijd in een zin antwoorden.
Ik mag niet met één woord antwoorden. Ha, ha.
Ik moet een doe-woord gebruiken.
Welke manier van oefenen helpt goed voor jou?
Niet zoveel schrijven. Alleen woorden.
Gezellig praten.
Wat in de manier van oefenen vind je leuk en waarom?
Het is goed. Ik ga toch vooruit.
Wat is niet zo leuk?
Als het te moeilijk is.
Heb je een tip voor de docenten over beter leren spreken?
Ik wil niet te moeilijke dingen.
Ik wil ook de uitspraak oefenen.
Wat was jouw doel in het begin toen je naar de les kwam?
Ik wil een praatje maken met de oudere mensen waar ik werk. (Ik moet in hele zinnen praten en ik moet zelf ook vragen stellen.)

internet links

Materialen en tips uit dit interview

Via Vooraf
https://www.uitgeverij-deviant.nl/nieuws-nederlands/

Haal meer uit je dyslexie
https://www.impulsenwoortblind.nl/dyslexie/nieuws-dyslexie/hoe-werkt-dyslexie-bij-volwassenen-lees-dit-boekje-en-snap-jezelf/

Dynamika, over conceptueel denken - Podcast: Wat is jouw verhaal? https://www.werkendyslexie.nl/nieuws-media/podcasts-over-dyslexie.html

Meer over mogelijkheden tot leren volgens R. Feuerstein.
https://www.cordaan.nl/feuerstein en https://www.stibco.nl/stibcos-visie-op-ontwikkeling-2/

Thema’s voor het spreken over levensgebeurtenissen
http://www.josefranssen.nl/content/levensverhalen/landschap-van-herinneringen/oefeningen/