Interview Maurice de Greef over Werven van de NT1-deelnemers

door Mieke de Haan

Er zijn 2,5 miljoen mensen in Nederland die problemen hebben met lezen en schrijven en dat zijn voor een groot deel mensen die hier geboren en getogen zijn. Laaggeletterde of laagopgeleide NT1’ers noemen we die meestal, maar de laatste tijd gebruiken we ook het begrip praktisch opgeleide Nederlanders.

Toen Mariëtte Hamer nog voor de klas stond was het een probleem deze mensen te vinden en te motiveren om naar een taalcursus te komen. We zijn nu wellicht 30 jaar verder, Mariëtte heeft zich in de 2e Kamer ingezet voor deze doelgroep, maar het blijkt nog steeds niet te lukken.
Er is ook geen geld voor blijkt uit onderzoek, maar is dat werkelijk het probleem? Ik vraag het leerstoelhouder van de UNESCO Leerstoel Volwasseneneducatie aan de Vrije Universiteit Brussel, bij ons bekend als Maurice de Greef.

Afgelopen periode heb je tweemaal een Webinar georganiseerd over het werven van NT1- deelnemers, het eerste was na 2 dagen al vol. Heel veel mensen vragen zich kennelijk af hoe je dat het beste kunt doen, NT1’ers werven. Kun je kort aangeven wat de boodschap is die je in die Webinars hebt doorgegeven?
Volgens mij zijn 3 dingen van belang. 
   Allereerst: Kies een organisatie in je netwerk, waar de deelnemers een positieve associatie mee hebben. ROC van Twente is gaan samenwerken met FC Twente. Die staan dicht bij de doelgroep op een positieve wijze. Daar willen ze mee geassocieerd worden. En als je als taalaanbieder daarmee gaat samenwerken, krijgt men ook een positieve associatie met de taalaanbieder. Dat blijkt heel duidelijk uit hun samenwerkingsproject.
   Ten tweede: KIES! Wat volgens mij niet werkt, is alle partners in de omgeving benaderen. Nee, kies de partners die zich ervoor willen inzetten. Ik geloof niet zo in de taalakkoorden met enorm veel partners. Dat zien we ook terug in het onderzoek. Dus niet alle huisartsen in je omgeving, maar de huisarts die er aandacht voor heeft en tijdens de begeleiding van patiënten de patiënt er ook daadwerkelijk naar durft te vragen en mensen wil doorsturen.
   En ten derde moet het een partner zijn, die vertrouwd is voor de potentiële deelnemer. Een partner waar de potentiële deelnemer het tegen durft te zeggen. Het is een open deur, maar dat blijft echt een belangrijk aanknopingspunt. In Nederland hebben we het nog steeds niet voor elkaar om te laten zien dat het juist goed is als je op later leeftijd iets leert. Daar zou nu eens een grote campagne voor moeten komen!

Je bent onderzoeker en wetenschapper, op basis waarvan heb je dat vastgesteld?
We hebben in acht landen een aantal experts ondervraagd en vervolgens een kwalitatieve analyse gedaan om nauwkeurig te kijken wat werkt en wat  niet. Op basis van deze resultaten werd heel helder wat zinvol was om te doen. Deze partners hebben jarenlange ervaring en zijn grotendeels succesvol in het bereiken van de NT1’er. Daarom hebben we juist onder hen uit verschillende delen van Europa dit onderzoek gedaan. Zo hebben we de beste perspectieven kunnen bundelen en analyseren.

En wat is nu het vernieuwende in je boodschap?
Met name dat je moet focussen op sterke partners en niet op alle partners en daarnaast als een slimme marketeer samen moet gaan werken met dé partner, die jouw doelgroep ontzettend fijn vindt en waar jouw doelgroep heel graag komt!!

Je komt nu met een inhoudelijk verhaal, maar ik hoor je ook vaak zeggen dat er te weinig geld is om NT1-deelnemers te werven. Is dat dan het werkelijke achterliggende probleem?
In Nederland voor een groot deel wel. Vanuit ons Europees onderzoek en onderzoek onder circa 200 gemeenten blijkt ook echt dat Nederland heel hardwerkende en welwillende gemeenten heeft met echt heel goede visies en regionale educatieve plannen, maar dat het landelijk budget vanuit de Wet Educatie & Beroepsonderwijs (WEB) zo gering is, dat het niet mogelijk is om structurele stappen te zetten. Het landelijk budget voor volwasseneneducatie is dan ook maar 0.5% van onze gehele onderwijsbegroting.